Terrariuminrichting
Terrariuminrichting 
 
Bij de inrichting van een terrarium kunnen we voor twee werkwijzen kiezen, namelijk een 
sober maar praktisch ingericht terrarium of een meer natuurlijk uiterlijk.  
 
Het sober ingerichte terrarium bestaat uit 
- een gemakkelijk te reinigen bodembedekking,
 - enkele schuilplaatsen en
 - eventueel wat kunstplanten
 
en heeft als voordeel dat het minder tijd vraagt in onderhoud en dus meestal een stuk 
hygiënischer is, dat eieren makkelijker te vinden zijn en dat zieke of dode dieren 
gemakkelijk te verwijderen zijn. Het oogt natuurlijk wel minder mooi, maar slangen zullen 
het er zeker niet slecht in doen.  
 
De meeste hagedissen echter zullen het veel beter doen in een meer natuurlijke 
omgeving. Er zijn verschillende biotopen waarin reptielen voorkomen en bij het 
aanschaffen van een reptiel moeten we dan ook zorgen dat het in het juiste biotoop 
gehouden wordt. 
In dit artikel zal beschreven worden hoe je de verschillende biotopen op een natuurlijke 
manier inricht. 
 
Een eerste soort is het aquaterrarium. Deze bevatten een land- en een watergedeelte. 
De belangrijkste twee typen zijn het paludarium of moerasterrarium en het riparium of 
oeverterrarium. 
Een paludarium bevat een klein, ondiep watergedeelte en veel planten. Als planten 
gebruiken we mossen en varens, bromelia’s en orchideeën. In een dergelijk terrarium is 
een goede verlichting via TL en PL lampen en een goede ventilatie belangrijk. Het 
landgedeelte bestaat uit varenwortel, turf of orchideeënaarde. De luchtvochtigheid 
wordt hoog gehouden door vaak te sproeien, een mistinstallatie of een waterval. Als 
bodembedekker kunnen we ook utricularia gebruiken. Dit paludarium kan gebruikt 
worden voor gifkikkers. 
In een riparium is het watergedeelte groter zodat er vissen in kunnen zwemmen. We 
moeten wel zorgen dat de oevers zo ingericht zijn dat landdieren die in het water vallen 
er gemakkelijk uit kunnen kruipen. Voor de rest is de indeling en beplanting gelijkaardig 
als bij het paludarium. Dit is ook een goed terrarium voor kikkers en wateragamen. 
 
Een ander biotoop is het tropische regenwoud. Hier is het watergedeelte redelijk klein. 
Als bodembedekking gebruiken we bosgrond, turfmolm of orchideeënaarde. We kunnen 
ook mos gebruiken maar om te zorgen dat dit niet gaat beschimmelen, moeten we eerst 
een laag van 2,5cm grind leggen, dan 2,5cm aquarium filterkool. Hierboven leggen we 
een laag potgrond en daarop weer 2,5cm middelgrof grind. Daarop leggen we dan het 
mos. Voor de beplanting kunnen we allerlei kamerplanten gebruiken zoals bromelia’s, 
philodendron, bamboe, ficus en orchideeën. De meeste planten in een regenwoud zijn 
epifyten of planten die op andere planten groeien. De temperatuur moet overdag 
minimaal 23-26°C, maximaal 27-30°C zijn en ’s nachts 5°C lager. Dit bereiken we door 
spots en een gedeeltelijke vloerverwarming. De verlichting laten we gemiddeld 12 uren 
per dag branden. 
De luchtvochtigheid moet constant boven 80% zijn. Wel is het zo dat we door 
schommelingen in de luchtvochtigheid de seizoenen kunnen nabootsen. UV lampen zijn 
noodzakelijk. In een regenwoudterrarium kunnen we onder andere basilisken, 
helmleguanen (Corytophanes cristatus en Chondropyhton viridis) houden. 
 
Een zeer droog terrarium is het woestijnterrarium. Als bodembedekking gebruiken we 
zand of leemzand. Voorzie holen en kilgelegenheden door gebruik te maken van stenen 
en houtstronken. De luchttemperatuur overdag moet minstens 30°C zijn, gemiddeld tot 
40-45°C en onder de spot oplopen tot 55°C. Best doen we dit door te verwarmen met 
een bodemverwarming en door spots. Om vervelling te vergemakkelijken moeten we 
eenmaal per dag wat sproeien. Ook moeten we een drinkbak voorzien. Een 
woestijnterrarium heeft zeker een hoge UV verlichting nodig. Een ideaal dier voor 
beginners in een woestijnterrarium is de baardagame (Pogona vitticeps). Ook een 
Uromastyx, Stenodactylus petrii, Eumeces schneideri of Eumeces algeriensis doen het 
goed in zo’n terrarium. 
 
Daarnaast bestaan er ook nog steppe- en savanneterraria. Een steppeterrarium bevat 
in tegenstelling met een woestijnterrarium meer hout en stenen en wat stevige planten 
zoals agaven, cactussen en Euphorbia. De temperatuur overdag is iets lager als in een 
woestijnterrarium tot maximaal 45°C. De kielsschildhagedis (Gerrhosaurus major), 
luipaardgekko (Eublepharis macularius), halsbandleguaan (Crotaphytus collaris) en 
vierteenschildpad (Agrionemys horsfieldii) zijn allemaal steppebewoners. Ook 
muurhagedissen, grotere Lacerta soorten zoals de smaragd- en parelhagedis, 
skinksoorten, en Calotes doen het goed in een steppeterrarium. 
Savanneterraria moeten meer bevochtigd worden. We gebruiken hier dan ook een beter 
watervasthoudend substraat zoals leem, bladstrooisel of veenmos. 
 
Dieter Everaert, 
De Siervis Leuven
